In De Boekencollectie van… vragen we BN’ers, schrijvers en ‘boekenvakkers’ naar hun boeken. Deze maand: Gerard van Emmerik.
‘De meester van de onderhuidse spanning’ noemt zijn uitgever hem. Gerard van Emmerik (1955) publiceerde sinds 1993 diverse romans en verhalenbundels, onder andere de roman De kippenjongen (2011). Dat boek speelt zich af op een kippenboerderij. Een omgeving die Van Emmerik niet vreemd is: hij bracht zijn jeugd door op een afgelegen kippenboerderij aan de rand van de Veluwse bossen. Deze maand verschijnt zijn roman De nieuwe Kratz, over een echtpaar dat een zoon verliest en daarna de jongen Julien in huis neemt: de nieuwe Kratz.
‘Uitgeleende boeken krijg ik niet altijd terug, maar daar doe ik niet moeilijk over’
Je boekenkast: ongeordend zooitje of strakke ordening?
‘Tussen ongeordend en strak in. Ik probeer een alfabetische volgorde aan te houden, maar toch staat Bernlef nu bijvoorbeeld na Bukowski. Omdat de planken diep zijn, staat er nog een tweede rij achter, een enorme stofboel is het daar trouwens, met allerlei boeken waarvan het omslag kapot is of die erg dun zijn en door de te sterke rij naar achteren zijn geduwd. Ook houden zich daar oude agenda’s schuil.’
Schat eens: hoeveel boeken staan erin?
‘1600.’
Oké, eerlijk: hoeveel daarvan heb je daadwerkelijk gelezen?
‘1200, schat ik. Een enkel boek is alleen nog maar opengeslagen. Eentje zit nog in de verpakking (de geweldige Gerbrand Bakker; ik heb ‘m dubbel).’
Op welke manier hou je bij waar je in je boek bent gebleven?
‘Meestal met een ansicht. Geen ezelsoren, behalve als een boek me niet boeit. Ik lees nu A.M. Homes (Vergeef ons), met als boekenlegger een verbleekte kaart uit Parijs (Liefs & tot snel, M).
Leen je boeken uit (en krijg je ze ook altijd terug)?
‘Ik leen regelmatig boeken uit aan mijn cursisten – ik geef lessen creatief schrijven; niet altijd krijg ik ze terug, maar daar doe ik niet moeilijk over. Ooit, in de jaren vijftig, leende mijn vader een boek uit aan zijn beste vriend; toen hij na een jaar informeerde of zijn vriend het inmiddels had gelezen, ontkende die dat boek geleend te hebben; daarna was hun vriendschap voorbij.’
Kun je boeken gemakkelijk wegdoen? Bij het opruimen bijvoorbeeld?
‘Heel moeilijk. Alleen als ik zeker weet dat ik het nooit meer zal inzien, laat ik weleens een boek op een bankje hier op de kade achter. Vorige week een occulte thriller. Die was binnen een kwartier verdwenen.’
Koop je nog steeds boeken, of wint het e-book terrein?
‘Ik heb geen e-reader. Ik koop tegenwoordig weinig boeken. Met bevriende auteurs wissel ik boeken uit. Zij krijgen mijn boek, ik dat van hen.’
Wat is het allermooiste boek in je kast?
‘Een man alleen, van Christopher Isherwood. Het beschrijft één dag (de laatste) uit het leven van een wat oudere Engelse docent in Californië. Een korte, schrijnende roman over liefde, verlangen, eenzaamheid. Ook als film uitstekend, maar het boek blijft beter.’
Voor welk boek in je kast schaam je je een beetje?
‘Voor geen enkel boek. Nou, misschien voor: Gespierd in 6 weken.’
Welke bestseller wordt schromelijk overschat?
‘Ik val geen collega’s af. Bovendien lees ik bijna nooit bestsellers.’
Welke auteur wordt onderschat?
‘De geweldige A. Moonen. Helaas overleden. Geestig, origineel, heerlijk deprimerend.’
Van welk boek was de film beter?
‘Psycho. Hitchcock kon als geen ander een simpel verhaal herscheppen tot een meesterwerk.’