INTERVIEW MET GERARD VAN EMMERIK
Door Inge Van der Waag
Gerard van Emmerik is een Nederlandse schrijver van verhalen-bundels en romans. Na publicaties in Hollands Maandblad en De Gids debuteerde hij in 1993 met Iets Scherps, Een Priem. Naast schrijver is Gerard van Emmerik ook docent creatief schrijven, onder meer op de Schrijversvakschool in Amsterdam en bij Script+. Hij maakt deel uit van de redactieraad van Hollands Maandblad.
Bibliografie: Iets Scherps, Een Priem (1993), verhalen, De Stem Van De Meester (1996), verhalen, Mischa’s Koorts (1998), roman, De Stemmen (2001), roman in verhalen, Amsterdamse Impressies (2001), novelle, De verzachters (2005), roman, Ik ben je vriend (2008), roman in verhalen, De kippenjongen (2011), roman, De nieuwe Kratz (2015) roman.
Hoe lang schrijf je al?
Ruim 25 jaar. Pas na mijn studie Nederlands begon ik korte verhalen te schrijven. Het begin, dat lukte altijd wel, maar een verhaal ook afkrijgen… Ik merkte dat ik een stok achter de deur nodig had. Die stok vond ik door me aan te melden bij de Schrijversvakschool in Amsterdam. Ik studeerde af met een verzameling verhalen. Die kwamen in literaire bladen zoals Hollands Maandblad en De Gids. Daarna was het vrij gemakkelijk om een contract te krijgen bij een uitgeverij.
Welke schrijvers bewonder je en waarom?
John Cheever, om zijn suggestieve verhalen, vol treurnis, ironie en humor. A.M. Homes, om haar absurde en toch geloofwaardige personages. Bas Heijne bewonder ik om zijn heldere taal en zijn scherpe analyses. En zo zijn er nog veel auteurs die ik bewonder. David Leavitt, bijvoorbeeld, of Gerard Reve, Vladimir Nabokov. Maar ook de schrijvers van de Donald Duck-verhalen!
Waar haal jij je inspiratie vandaan?
Vaak uit eigen ervaringen, herinneringen. Ooit was ik vrijwilliger bij een telefonische hulpdienst. Veel van die gesprekken verwerkte ik in verhalen. Natuurlijk wel vol fictieve elementen. De Kippenjongen, dat zich afspeelt op een kippenfarm tussen Vaassen en Apeldoorn, is voor een belangrijk deel gebaseerd op het leven van mijn ouders daar. Mijn vader was kippenboer, mijn moeder was voorbestemd om te gaan studeren. Ze waren heel erg verschillend. In die roman beschrijf ik hoe het voor hen moet zijn geweest om op die afgelegen boerderij in een groot isolement te leven. Ze hadden alleen elkaar. Na mijn geboorte ging het bergafwaarts met mijn vader. Hij was niet langer de nummer 1 voor mijn moeder, en overleed toen ik 7 was. Toen werd het dus moeder en zoon, samen, zonder een vader. Een thema dat in bijna al mijn boeken voorkomt.
Veel van mijn personages zijn afsplitsingen van mezelf en van mijn vrienden en kennissen. Zo is de onhandige, wat kinderlijke Neil uit De nieuwe Kratz deels gebaseerd op mijn eigen karakter. Maar de moeder uit dat boek ontstond in de trein. Ik zat tegenover een vrouw die de hele reis naar buiten zat te kijken. Geen woord heb ik met haar gewisseld. En toch kreeg ze een hoofdrol in dat boek.
Waar schrijf je en hoe ziet een dag schrijven er voor jou uit? Heb je een schrijfritueel?
Ik schrijf zowel in mijn woonplaats Amsterdam als in mijn boshuisje in Emst. Het duurt altijd tijden voordat ik begin. Eerst koffie, nog eens koffie, naar Albert Heijn, mail controleren… allerlei dingen om het schrijven uit te stellen. Ik blijf het moeilijk vinden om te beginnen. Als ik eenmaal bezig ben, vliegt de tijd om. Veel langer dan een paar uur houd ik het niet vol. Dan is de concentratie op. Soms levert dat een pagina op, soms 5 woorden. Maar als dat 5 goede woorden zijn ben ik tevreden. Schrijven doe ik ook op de fiets. Ik maak lange ritten, bijvoorbeeld van Amsterdam naar de Veluwe. Tijdens die tochten ontstaan er in mijn hoofd volop ideeën en soms ook dialogen.
Wat is jouw schrijftip voor beginnende schrijvers?
Geef alle zintuigen een kans. Zorg dat je karakters gelaagd zijn. Ze hebben net als echte mensen prettige en onplezierige kanten. Bedenk wat ze willen, wat hun doel is, en zorg dat dat doel niet te gemakkelijk – of helemaal niet – bereikt wordt. Verder is schrijven vooral schrappen: vermijd al te veel uitleg, suggereer liever.
Welke boeken heb je geschreven?
Ik heb er inmiddels 9 op mijn naam staan: verhalenbundels, een novelle en romans. Mijn meest recente is De nieuwe Kratz, over een jongen die bij pleegouders in huis komt en de plaats moet innemen van hun overleden zoon.
Wanneer komt je volgende boek uit?
Waarschijnlijk eind 2018. De werktitel is Vier dagen, drie nachten. Het wordt een psychologische roman over een jonge, ernstig zieke vrouw en haar homoseksuele vader. In het boek trekken ze vier dagen en drie nachten met elkaar op, en leren elkaar eindelijk begrijpen en waarderen.