‘Verloskundige,’ riep een hijgerige stem via de intercom.
‘Sorry?’ antwoordde ik half lacherig, half op mijn hoede.
‘Verloskundige.’ Ditmaal werd het gesnauwd.
‘Waar moet u zijn?’ riep ik.
‘Nou, nummer 5.
‘Korte Marnixkade 5?’
Een woedend: ‘Nee, de Korte Marnixstraat. Korte Marnixstraat 5.’
‘Dit is de Kade.’
Er volgde gevloek. Iets over kut, teringzooi, etc.
Hulpvaardig begon ik de route uit te leggen.
Te laat. Ze was al weg. Een portier sloeg dicht, een motor werd gestart.
Dat werd geen prettige bevalling.